Auteur: Birgit Albertsmeier
Het bodemleven zorgt voor een optimale bodemvruchtbaarheid. De organismen hebben namelijk invloed op zowel de chemische bodemvruchtbaarheid (bij voorbeeld beschikbaarheid van voedingsstoffen) als de fysische bodemvruchtbaarheid (onder andere de waterhuishouding en de doordringbaarheid van de bodem voor plantenwortels). Helaas is het bodemleven in de bodem van onze tuinen en landbouwgronden in de loop der jaren sterk achteruitgegaan. Wat doet het bodemleven concreet? Valt het bodemleven nog te herstellen?
Wat doet het bodemleven?
Bacteriën zorgen voor een plakkerige slijmlaag om zich heen om niet uit te drogen of weg te spoelen. Deze slijmlaag zorgt ervoor dat de bodemdeeltjes en stukjes organische stof samenklonteren. Schimmels binden deze klonters met hun myceliumdraden samen in grotere eenheden. De grotere bodemorganismen (maat nematoden tot maat regenwormen) zorgen ervoor dat er grotere tussenruimten ontstaan tussen deze eenheden. Hierdoor kunnen lucht en water gemakkelijk in de bodem komen en is de bodem goed doordringbaar voor plantenwortels.
In een intact ondergronds ecosysteem is er een kringloop van voedingsstoffen. Deze kringloop wordt gevoed door de planten: aan de ene kant doordat het bodemleven de dode planten afbreekt, aan de andere kant omdat de levende planten het bodemleven actief voorzien van voedsel. Het bodemleven op zijn beurt zorgt er weer voor dat voedingsstoffen goed gedoseerd voor de planten ter beschikking staan. Schimmels zijn zelfs in staat om voedingsstoffen uit de bodemdeeltjes (zand, silt, klei) te halen. Ze doen dit in eerste instantie voor eigen gebruik. Na verloop van tijd komen deze voedingsstoffen terecht in de kringloop van voedingsstoffen.
Op de microscopische schaal bestaat het bodemleven uit bacteriën, schimmels (fungi), protozoön, nematoden en microgeleedpotigen (onder andere zeer kleine spinachtigen en insecten). Van deze micro-organismen zijn er miljoenen aanwezig in iedere theelepel grond, verdeeld over tienduizenden verschillende soorten. Ze vormen een web dat zichzelf in balans houdt zodat niet één groep organismen de overhand kan krijgen. Door onderlinge concurrentie om ruimte en voedsel zorgen de verschillende organismen op deze manier ook ervoor dat ziekteverwekkende organismen minder kans maken.
De samenstelling van dit web is afhankelijk van de planten waarmee het samenwerkt en van de fysieke omgeving. Bodemsoort en klimaat maar ook de aanwezige soorten planten bepalen welke organismen voorkomen in het web.
Bodemleven onder druk
In onze tuinen, akkers en weilanden zijn er meestal alleen nog bacteriën en enkele microgeleedpotigen aanwezig terwijl ook hier een volledig bodemvoedselweb nodig is voor optimale bodemvruchtbaarheid. Volgens Elaine Ingham – bodem-microbioloog en pleitbezorger voor een herstel van het bodemleven – zou dit web (bij benadering) moeten zijn aangepast op de planten die we op een stuk grond willen telen als we willen dat de planten gezond zijn. In de realiteit zijn er naast bacteriën alleen nog een paar verdwaalde protozoön, goedaardige nematoden of een enkele schimmel te vinden. Als we pech hebben zijn er wortelnematoden aanwezig of schimmels die ziekten op de planten veroorzaken.
De oorzaken van de achteruitgang van de diversiteit van het bodemleven zijn veelvuldig: monocultuur, kale grond, verdichting van de grond, luchtvervuiling, ploegen, spitten, zouten – bijvoorbeeld door het gebruik van kunstmest -, pesticiden, fungiciden, herbiciden, droogte, overstroming, brand. Het natuurlijke herstel kan jaren, tientallen jaren of eeuwen duren.
Gelukkig is het niet nodig om te wachten op een natuurlijk herstel. Schimmel-gedomineerde compost, gemaakt met een grote diversiteit aan materialen om een zo groot mogelijke diversiteit aan organismen te bevorderen, kan worden gebruikt als entstof om het bodemleven te herstellen. Met een microscoop is het mogelijk om de kwaliteit van de compost te controleren en na te gaan of het herstel van het bodemleven op gang komt.