Tekst Alex Schreiner
Foto’s François De Heel, Pixabay
Eind van de zomer kunnen de wespen opeens een ware plaag worden. Geen limonadeglas is veilig. Op dit moment vergeet je gemakkelijk dat wespen maar enkele weken in het jaar lastig doen, en dat het verder eigenlijk supernuttige beesten zijn.
Deze ode verscheen bij het artikel “Een rijke oogst in de permacultuurtuin” in Seizoenen nr 5 – 2019 van Velt waar Alex een jaar lang de ontwikkelingen in haar privé tuin bijhield. Download het artikel hier als pdf.
De rest van het jaar zijn het immers harde werkers die grote hoeveelheden muggen, vliegen en rupsen vangen om aan hun larven te voeden. Het zijn dus belangrijke plaag-dierbestrijders in de tuin, die je eigenlijk zou moeten koesteren, zeker nu de biodiversiteit steeds verder achteruitgaat.
Stel jezelf daarom, voor je de verdelger inschakelt, eerst eens de volgende vragen:
• Met welke wesp heb ik te maken? In België en Zuid-Nederland komt steeds vaker de Franse veldwesp (Polistes dominula) voor: een veel vriendelijker verwant van de gewone wesp. In plaats van één groot nest maken Franse wespen vele kleine nesten. Ze zijn niet agressief en vallen je ook in het najaar niet lastig. Er is eigenlijk geen reden om deze nesten weg te laten halen als je ze tegenkomt.
• Zit het nest écht in de weg? Ook de gewone wesp (Vespula vulgaris) wordt eigenlijk alleen maar agressief als je het nest verstoort. Een probleem in de tuin zijn bijvoorbeeld de nesten die in de grond zitten, en die je pas ontdekt als je er in de buurt aan het werk bent. Door een open kratje over de ingang heen te zetten, kun je het nest laten zitten zonder het risico te lopen dat je het nest per ongeluk verstoort. Een voordeel is dat wespen territoriaal zijn: heb je een nest op een plek waar het geen kwaad kan, dan weet je dat er in een straal van zes meter om dat nest geen andere nesten te vinden zijn. Daar zorgen de wespen wel voor.
Maar wat dan in de nazomer? Aan het einde van de zomer komen de wespen ook aan het einde van hun leven. De larven, die ze in het voorjaar en de zomer verzorgden en waarvan ze suikers kregen in ruil voor de vliegen en muggen die ze vingen, zijn inmiddels uitgevlogen. Hun taak is volbracht en aangezien wespen niet overwinteren (behalve de koningin) zullen ze binnenkort sterven. Kortom: ze hebben niets meer te doen en niets te verliezen. Ze zijn op zoek naar fastfood in de vorm van suiker. En dan is een limonadeglas wel heel aantrekkelijk …
Wat weleens wil werken is het plaatsen van ‘bliksemafleiders’: de wespen zijn immers niet op zoek naar jou, maar naar suiker. Door op verre plekken in de tuin een schaaltje met fruit te zetten, lok je de wespen bij je terras vandaan en zul je zelf minder last van ze hebben. Raak vooral niet in paniek en blijf rustig. Bedenk dat deze diertjes de rest van het jaar hard voor je hebben gewerkt.