Tekst Alex Schreiner
Foto’s François De Heel, Pixabay
In 2019 mocht ik voor Seizoenen van Velt een jaar lang de ontwikkelingen in mijn permacultuur (privé) tuin bij houden. Het komende jaar zullen we deze artikelen hier op de website plaatsen.
Dit artikel verscheen eerder in Seizoenen nr 6 – 2019 van Velt waar Alex een jaar lang de ontwikkelingen in haar privé tuin bijhield. Download het artikel hier als pdf.
November en december zijn de maanden waarin de dagen almaar korter worden. En kouder. Ik hou van deze tijd van het jaar. Niets hoeft en de tuinderij vraagt minder werk. Zonder schuldgevoel op de bank zitten terwijl het buiten donker is, wetend dat het onkruid even niet zo hard groeit: het kan gewoon. De tuin komt tot rust en ik ook.
Helemaal niets doen? Dat nu ook weer niet. Deze periode is bij uitstek een moment om terug te kijken op het afgelopen jaar, en om op te ruimen
zodat ik het nieuwe jaar goed kan inzetten.
Schone lei
Ik maak de rekening op: wat werkte goed, wat minder? Wat wil ik het komende seizoen herhalen en wat ga ik anders doen? Belangrijk is om niet alleen te focussen op de dingen die niet goed gingen. Hoewel je daar vaak veel van kunt leren, is het goed om ook je successen te vieren. Ik probeer in deze periode geen nieuwe klussen op te pakken, dat kan wachten tot het nieuwe jaar.
In plaats daarvan gebruik ik deze maanden om weer orde op zaken te stellen. Ik ruim op en doe achterstallig onderhoud, zodat ik het volgende jaar met een schone lei kan beginnen.
Op de tuinderij betekent dit dat ik de bedden voor de eenjarigen die te veel onkruid bevatten opruim. Dan kan ik straks in het voorjaar meteen beginnen met planten en zaaien. Door de korte dagen is de groei eruit. Je hebt dus de tijd om het onkruid aan te pakken zonder dat het een week later alweer gegroeid is. Het is ook een kans om vooruit te werken: in het voorjaar moet er zoveel tegelijk gebeuren dat het fijn is als de bedden al grotendeels klaar liggen.
Van klimaatopwarming naar kousenband
Ik pas mijn planning voor het komende jaar aan op basis van de ervaringen van het afgelopen jaar. Ik stel mezelf de volgende vragen. Zijn er nieuwe gewassen die ik wil uitproberen? Of zijn er net gewassen die ik geprobeerd heb en die geen succes waren? Welke combinaties deden het goed en bij welke kan ik de timing nog wat verbeteren? Zo wil ik het komende seizoen bekijken of ik in de tunnelkas wat meer ‘tropische’ planten kan telen zoals kousenband en okra. De opwarming van de aarde levert met name in de zomer veel uitdagingen op. Het is dus goed om na te gaan hoe je daar gebruik van kunt maken. Door naar gewassen te kijken die het juist in die omstandigheden goed doen, kun je het risico van oogstverlies wat verkleinen.
In de tuin gebruik ik deze periode om de druif en struiken die te groot zijn geworden wat terug te snoeien, en om struiken of planten die ik toch op een andere plek wil hebben te verplanten. Verder doe ik weinig om de tuin ‘winterklaar’ te maken. Bloemstengels laat ik staan. Ze zijn een mooi huis voor insecten om te overwinteren, en vogels eten van de zaden. Blad laat ik liggen waar het valt. Alleen op de betegelde gedeelten haal ik het weg. Ik gebruik het dan als mulch rond de struiken. Zo voeden de bladeren de bodem en het bodemleven, en bieden ze een schuilplek en voeding aan insecten. Die laatste voeden op hun beurt de vogels.
Drie keer terugkijken
De paden: vorige winter wilde ik de paden in de tuin afzetten met vlechtwerk. Uiteindelijk bleek dat toch niet handig: het raakt snel overgroeid door grassen en is dan lastig weer vrij te maken. Daar komt bij dat het vrij veel onderhoud vraagt. Het hout vergaat immers en moet jaarlijks worden aangevuld. In plaats daarvan heb ik de paden afgezet met gebroken straatstenen. Op die manier heb ik een stapelmuurtje dat er mooi uitziet, dat een heenkomen biedt aan insecten én dat weinig onderhoud nodig heeft. Rond de pruimenboom in het midden van de tuin heb ik wel wilgentakken gebruikt. Voor de ronde vorm zijn die meer geschikt, en het is een minder groot stuk om te onderhouden.
De kruidentuin: in het voorjaar merkte ik dat deze behoorlijk door onkruid was overgenomen. Om dat terug te dringen, mulchte ik met karton en bracht ik compost op. In de compost zaaide ik afrikaantjes en goudsbloem. Dit heeft goed gewerkt. De vaste kruidenplanten zijn ondanks de hitte en droogte goed uitgegroeid en het stuk begint zich mooi te vullen. De afrikaantjes en gouds- bloemen hebben tot ver in het najaar uitbundig staan bloeien. Ik heb tijm geplant in de grotere open stukken tussen de bestaande kruidenstruiken. Hij is goed aangeslagen en zal volgend jaar verder uitgroeien.
De venkel: in de zomer vertelde ik dat ik fan ben van de venkel als onderdeel van een goede bloeiboog. Venkel is immers een eetbare vaste plant, een mooie bloeier en waardplant voor veel insecten. Inmiddels kan ik daar vogels aan toe voegen: de venkelplanten in mijn tuin werden dit najaar druk bezocht door verschillende vogels. Tot nu toe zag ik hoe pimpelmeesjes, tjiftjafs en een zwartkop van de zaden kwamen snoepen. De venkel mag dus zeker blijven staan!
Moestuinbedden onkruidvrij maken
Hoe ik dit aanpak, is afhankelijk van hoeveel onkruid er in het afgelopen jaar heeft kunnen groeien. In bedden die ik tot laat in het jaar in gebruik had, valt dit vaak mee. Dan is het gewoon een kwestie van wieden, harken en opnieuw compost opbrengen.
In bedden die langer in onbruik zijn geraakt, wordt het lastiger – vooral op stukken waar veel kweekgras of ander wortelonkruid groeit. Dan gebruik ik de grelinette of woelvork. De pinnen van de brede woelvork maken de grond wat losser en halen de wortels omhoog, waarna je ze er behoorlijk gemakkelijk met de hand uit kunt halen. Het fijne van de grelinette is dat je je niet hoeft te bukken en dat je je rug dus amper belast. Al het werk wordt gedaan op je eigen lichaamsgewicht. Je werkt met de grelinette achteruit. Met je voet duw je de pinnen de grond in. Bij compacte grond ga ik er
vaak helemaal op staan. Vervolgens trek je de grelinette naar je toe. Dan haal je de grelinette uit de grond, zet je een stap achteruit en herhaal je het proces. Heb je hier eenmaal wat handigheid in, dan doe je een heel bed in een mum van tijd.
De pergola onderhouden
In mijn achtertuin stond, toen ik er kwam, al een pergola die het terras van het grasveld scheidde. Zelf heb ik haaks daarop nog een tweede pergola neergezet: tussen het pad langs het huis en het grasveld in. Langs deze pergola laat ik druiven groeien. Ik leid ze van de pergola naar het huis. Zo krijg ik een soort van groene corridor langs het huis die in de zomer schaduw biedt en het huis verkoelt. In de winter laat hij de zon wel door zodat het huis lekker kan opwarmen. En natuurlijk zijn er in de zomer heerlijke druiven van te oogsten. December/januari is een goed moment voor het groot onderhoud aan de druiven: je kunt pas snoeien als de sapstroom tot rust is gekomen. Snoei op een vorstvrije dag.
Vorige winter heb ik de druif langs de pergola zelf geleid. De afgelopen zomer zijn de planten flink verder gegroeid en nu kan ik takken uitzoeken die ik naar het huis wil leiden. Dit worden de gestel-takken. Alle andere takken kan ik weghalen. Hoewel druiven in de zomer vaak behoorlijk uitdijen, is het goed om niet te veel in één keer te snoeien. Ga uit van 60 tot 120 cm groei per jaar en snoei de rest terug. Op die manier kan de druif een goed wortelgestel ontwikkelen, waarmee hij de komende jaren mooie trossen met druiven kan voeden.
Bomen en struiken (ver)planten
Soms kom je er in de loop van het seizoen achter dat bepaalde bomen of struiken toch niet op een handige plek staan. Misschien staan ze te dicht op elkaar, of valt er toch te veel of te weinig zon op de plek waar ze staan, of de struiken beginnen over een pad heen te groeien