Een jaar in de permacultuurtuin van Alex Schreiner

Auteur: Alex Schreiner

In 2019 mocht ik voor Seizoenen van Velt een jaar lang de ontwikkelingen in mijn permacultuur (prive) tuin bij houden. Het komende jaar zullen we deze artikelen hier op de website plaatsen.

Dit artikel verscheen eerder in Seizoenen nr 1 – 2019 van Velt waar Alex een jaar lang de ontwikkelingen in haar privé tuin bijhield. Download het artikel hier als pdf.

Een nieuw begin

Een jaar geleden vroeg Velt me om vier seizoenen lang de ontwikkelingen in mijn tuin bij te houden en daarover te schrijven. Dat vond ik wel even spannend. Had ik wel genoeg te vertellen?

Ik was een jaar daarvoor verhuisd, zowel privé als met tuinderij de Voedselketen die ik twee jaar eerder met Linder van den Heerik had opgezet. Precies op het moment dat ik een nieuwe voor- en achtertuin moest aanleggen en inrichten, deed ik hetzelfde op grotere schaal op de tuinderij.


Het werk op de tuinderij gaat voor en vraagt vaak al mijn tijd en energie, vooral in het seizoen dat er ook in de tuin veel moet gebeuren. Op beide plekken zit ik nog maar kort en ben ik nog veel aan het leren. Ik experimenteer veel en probeer nieuwe dingen uit. Soms gaat dat goed, maar soms loopt het anders dan ik had bedacht.

Zowel in mijn eigen tuin als op de tuinderij werk ik op basis van permacultuur. In de loop van het jaar zal ik aan de hand van mijn eigen tuin laten zien hoe dat er in de praktijk uitziet. Over de theorie zijn natuurlijk al boeken vol geschreven, maar in het kort komt het erop neer dat je op basis van observatie en kennis tot een ontwerp komt waarbij je met de natuur meewerkt in plaats van ertegenin.

Mijn tuingeschiedenis

Als geboren en getogen Amsterdammer had ik terwijl ik opgroeide nooit een tuin aan huis. Dat betekent niet dat ik nooit tuinierde. Als kind heb ik verschillende ‘tuintjes-op-afstand’ gehad: in de school, samen met een vriendinnetje in de volkstuin van een kennis, in de tuin van mijn opa, en later op het landje van mijn ouders in de Vinkeveense Plassen. Kansen genoeg dus om aarde onder mijn nagels te krijgen.

Toen ik later een flat met een groot balkon op het zuiden kreeg, zag ik mijn kans schoon. Ik bouwde plantenbakken waar dat kon en experimenteerde met verticale tuinen. Ik had vooral kruiden, maar ook de tomaten deden het goed. En tot mijn verbazing kwam ik zelfs op vier hoog plaagdieren tegen: van slakken die mijn slaplantjes oppeuzelden, tot de kat die met veel plezier de net opgekomen plantjes uit de grond trok. Omdat het balkon toch te klein bleek voor mijn tuinierdrang, volgden een buurtmoestuin en uiteindelijk een volkstuin. Maar het bleef kriebelen.


In september 2014 begon ik aan de deeltijdopleiding Biologisch-Dynamische Landbouw aan de Warmonderhof en in januari 2015 maakte ik de stap van stad naar platteland om mijn droom te realiseren: een tuinderij opzetten op basis van permacultuur. Eerst in Sint-Oedenrode, ingeklemd tussen de varkensstallen, en sinds 2017 op de huidige locatie bij Oirschot in het hart
van het Groene Woud.

De tuin in

Ik woon niet op de tuinderij in Oirschot, maar vlakbij: in het buitengebied van Liempde aan een doodlopend straatje met nog vier huizen. Heerlijk rustig met uitzicht op een weilandje met bos erachter, ware het niet dat achter mijn huis de A2 loopt.

Mijn buren hadden het huis een jaar eerder gekocht en een jaar lang aan iemand anders verhuurd. De tuin is bij de verkoop grotendeels leeg gehaald en geëgaliseerd. De huurder heeft weinig in de tuin gedaan, dus naast een haag en wat struiken langs de oprit was de tuin grotendeels leeg. De grond is erg zanderig en compact, en er zit veel puin in de bodem.

Observeren

Voor je begint met de aanleg van je tuin is het belangrijk om goed te observeren: wat groeit er, wat voor bodem heb je, welke beestjes komen er vanzelf voor, waar heb je veel zon of juist schaduw, en wat gebeurt er als het regent? Veel mensen vinden dat moeilijk. Je wil immers snel resultaat zien en in korte tijd een mooie tuin aanleggen. In mijn geval was het gemakkelijk: doordat ik het eerste jaar ook bezig was met het opzetten van de tuinderij had ik simpelweg niet de tijd om meteen de hele tuin aan
te leggen. Zo werd ik door de omstandigheden gedwongen om eerst een jaar te observeren hoe de tuin zich ontwikkelde. Uiteindelijk bleek ook het tweede jaar nog drukker dan voorzien, waardoor de observatieperiode wel erg lang werd. Maar driemaal is scheepsrecht. En gelukkig heb ik geduldige buren.

Aan de slag

De winter is altijd een wat rustiger periode, in de tuin en op de tuinderij. De meeste planten zijn in rust: de eenjarigen hebben hun zaad verspreid, en veel meerjarige planten hebben zich in hun wortels teruggetrokken of zijn hun blad kwijtgeraakt. Bij alle planten staat de groei stil. Op de tuinderij oogst ik nog prei, boerenkool en palmkool, maar de meeste wintergroenten liggen hoog en breed in de opslag.

Wieden hoeft even niet te gebeuren, en ook planten en zaaien mag nog even wachten. De structuur van de tuin is nu goed zichtbaar, waardoor het een goed moment is om het ontwerp van de tuin te bekijken. Tijd dus voor groot onderhoud en de aanleg van nieuwe elementen.

In mijn tuin betekent het dat ik aan de slag ga met de infrastructuur: paden aanleggen in de voortuin, en mijn composthoop en de wateropvang voorbereiden. Deze drie elementen vormen de basis van de rest van de tuin: ik hoef straks geen kraanwater te gebruiken om het plantgoed water te geven, ik kan mijn eigen compost maken om straks mijn planten mee te voeden, en de paden geven structuur en houvast bij de aanleg van de rest van de tuin.

Locatie, locatie, locatie

Bij alle drie de elementen is het belangrijk om goed te kijken naar de locatie. Je kunt ze niet gemakkelijk meer verplaatsen, ze hebben grote invloed op de tuin als geheel, en de locatie heeft ook grote invloed op hoe goed elk element zijn functie vervult.

Wateropvang

In het jaar van observeren merkte ik dat een hoek in de tuin erg donker en nat was. Het regenwater loopt van zowel mijn eigen schuur als die van de buren de tuin in, en de schuren zorgen voor schaduw. Regenwateropvang op die plek lost twee problemen ineens op: de grond wordt minder drassig en ik heb voldoende water tot mijn beschikking in de zomer.

Er was nog een probleem dat ik moest oplossen: een waterton is een ideale
broedplaats voor muggen. De oplossing? Een oud stuk hor dat ik in de schuur vond. Met een stuk draad span ik dat over de opening van de ton, waardoor de muggen er niet meer bij kunnen. Een extra voordeel is dat bladeren niet meer in de waterton terechtkomen.

Compost

Naast de waterton is ruimte voor een composthoop: in de schaduw en grotendeels uit het zicht van in de tuin. Ik wil een wormencompost, omdat ik relatief veel keukenafval heb en niet genoeg houtig materiaal om een goede koude composthoop op te bouwen. Bovendien kan ik bij een wormencompost het vocht opvangen om te gebruiken als vloeibare
voeding voor mijn plantgoed en kamerplanten.

Voor de aanleg gebruik ik een oud zitbad dat ik ooit op straat heb gevonden. In het bad zit meteen een afvoer waarlangs ik gemakkelijk het vocht kan opvangen. Ik zet het bad op twee oude pallets, zodat onder de afvoer ruimte is voor een reservoir. Naast de wormencompost maak ik een bak om houtiger materiaal op te slaan en aan de wormencomposthoop toe te voegen als dat nodig is.

Met de regenton en compostbak is het bij elkaar toch een wat rommelig hoekje. Daarom scherm ik het af met een lage schutting van gevlochten wilgentakken. Voor het grootste deel gebruik ik hiervoor
de wilgen die ik eerder uit de tuin heb verwijderd, aangevuld met takken van de wilgen op de tuinderij.

Paden

Bij de planning van de paden zijn er een paar punten waar ik rekening mee
moet houden. Ik gebruik de paden om te oogsten en voor onderhoud aan de tuin. Tegelijk helpen ze me de tuin in te delen en overzichtelijk te houden. Tot slot moet de gastank in mijn voortuin bereikbaar zijn.

Voor de aanleg van de paden vlecht ik twee lage borders van wilgentakken aan weerszijden van het pad. Op het pad zelf leg ik eerst een laag met composteerbare folie met houtsnippers erop. In de loop van het jaar zullen beide verteren en kan ik laagblijvende klaversoorten inzaaien als permanente bedekking van het pad.