Zaterdag 14 februari organiseerde Stichting Heg en Landschap op landgoed Bonenburg het Nederlands Kampioenschap Heggenvlechten plaats. Rondom onze nieuwe locatie staat een haag van voornamelijk sleedoorn waar wij ook een vlechtheg van willen maken, dus Tuinderij de Voedselketen ging op excursie.

Vlechtheggen zijn in Nederland, net als in de rest van Europa een oude traditie die verdween met het verschijnen van prikkeldraad en stroomdraad. Vroeger werden hiervoor hagen aangelegd die op verschillende manieren werden vervlochten zodat ze ondoordringbaar werden voor de meeste grotere dieren. Deze hagen dienden om vee binnen te houden, of grote dieren buiten te houden.

Tegelijk waren dit soort hagen van onschatbare waarde voor de biodiversiteit, en dienden als windkering. In een landschap vol hagen is de windsnelheid bij de grond veel lager dan wanneer het landschap helemaal kaal is. Dit levert een hogere productie op omdat de gewassen of het vee erbinnen veel minder energie verliezen aan windstress of afkoeling. De biodiversiteit zorgde bovendien voor de aanwezigheid van veel meer kleine roofdieren en roofinsecten, waarmee ook allerlei plagen veel minder kans krijgen.

Bovendien kun je uit een gemengde haag ook allerlei oogst halen. Denk aan wild- en semi-wild fruit, nootjes, knot-hout, stikstoffixering, en nog veel meer.

Elke regio kent zo zijn eigen stijl van vlechten. Of nouja, eigenlijk worden de heggen niet gevlochten maar gelegd, heggen leggen zou een betere omschrijving zijn, nadat de stammetjes van de struiken in de haag schuin zijn gelegd, gaan er nieuwe loten omhoog groeien en vervlecht de heg zichzelf. Op het kampioenschap kon je de verschillende stijlen mooi met elkaar vergelijken. Maasheggen zijn blijkbaar anders dan Ijsselheggen.